18 september 2002
11.00 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Steeds
meer niet-gehuwde ouders
Op 1 januari 2002
telde ons land bijna 200 duizend niet-gehuwde paren met thuiswonende kinderen.
Dit aantal is de laatste jaren fors gestegen. Het aantal gehuwde paren
met thuiswonende kinderen is daarentegen juist gedaald. Steeds meer kinderen
hebben hierdoor niet-gehuwde ouders. Van de 4,6 miljoen thuiswonende kinderen
hebben er ruim 310 duizend niet-gehuwd-samenwonende ouders. Daarnaast
zijn er zo'n 635 duizend kinderen met een alleenstaande ouder.
Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Tien procent van alle
paren met kinderen is niet gehuwd
Het aantal niet-gehuwde paren met thuiswonende kinderen is toegenomen
van 123 duizend in 1997 tot 198 duizend in 2002, een groei van 75 duizend.
Het aantal gehuwde paren met thuiswonende kinderen daalde in deze periode
daarentegen met ruim 70 duizend. Het totaal aantal paren met kinderen
is de afgelopen jaren dan ook nagenoeg gelijk gebleven, maar het aandeel
niet-gehuwde ouders is wel sterk gestegen. Tegenwoordig is bijna 10 procent
van de paren met kinderen niet-gehuwd, vijf jaar geleden was dit nog 6
procent.
Trouwen minder belangrijk
voor aanstaande ouders
Iets meer dan een kwart van de niet-gehuwde ouders is in het verleden
wel gehuwd geweest. Hun kinderen hebben zij doorgaans tijdens dat eerdere
huwelijk gekregen. Nu wonen ze met hun kinderen samen met een nieuwe partner.
Het grootste deel van de niet-gehuwde ouders is daarentegen nooit gehuwd
geweest. Hun kinderen hebben zij doorgaans gekregen nadat ze zijn gaan
samenwonen. Het aandeel dat deze nooit-gehuwde ouders uitmaken van alle
niet-gehuwde ouders neemt de laatste jaren sterk toe. Lag dit aandeel
vijf jaar geleden nog rond de 60 procent, tegenwoordig is het ruim 70
procent. Steeds meer jonge paren kiezen er voor niet te trouwen voordat
ze kinderen krijgen.
Meerderheid heeft
één kind
Ruim de helft van alle niet-gehuwd samenwonende ouders heeft één
kind. Dit aandeel neemt de laatste jaren iets af, terwijl het aandeel
niet-gehuwd samenwonende ouders met twee kinderen toeneemt. Vijf jaar
geleden had 33 procent van de niet-gehuwd samenwonende paren twee kinderen.
Momenteel is dit 36 procent. In totaal gaat het om ruim 310 duizend kinderen
die met niet-gehuwd samenwonende ouders leven.
Meer kinderen met
alleenstaande ouders
Niet alleen hebben steeds meer kinderen niet-gehuwde ouders, ook hebben
meer kinderen, vergeleken met enkele jaren geleden, maar één
ouder met wie ze samenwonen. Momenteel zijn er 410 duizend alleenstaande
ouders in Nederland. Dit aantal is met zo'n 40 duizend gegroeid ten opzichte
van 1997. Het aantal kinderen in een eenoudergezin is hiermee in vijf
jaar toegenomen van zo'n 565 duizend naar 635 duizend.
Technische toelichting
De gegevens in dit persbericht zijn afkomstig uit de huishoudensstatistiek.
De cijfers van 1 januari 2002 hebben een voorlopig karakter.
Voor meer informatie
kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS.
Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-190
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS is een dienst van het Ministerie van Economische Zaken
|